Hieronder treft u de belangrijkste wijzigingen aan die belangrijk zijn voor eenieder die zakelijke aangifte moet doen, naar aanleiding van het gepresenteerde belastingplan voor het jaar 2019.

  1. Kleine ondernemersregeling
    De kleineondernemersregeling (KOR) wordt per 1 januari 2020 gemoderniseerd. Het wetsvoorstel loopt mee in het traject van het pakket Belastingplan 2019. Kleine ondernemers met maximaal 20.000 euro omzet in Nederland kunnen vanaf 1 januari 2020 kiezen voor een vrijstelling van omzetbelasting. Dit betekent dat hij geen btw in rekening brengt aan zijn afnemers en dus ook geen btw meer mag vermelden op zijn facturen. Hij is daarnaast ook ontheven van het doen van btw-aangiften en bijbehorende administratieve verplichtingen. Daar staat tegenover dat deze ondernemer de btw die andere ondernemers aan hem in rekening brengen niet in aftrek kan brengen. De regeling geldt alleen voor de door hem in Nederland verrichte goederenleveringen en diensten.

Het kabinet wil hiermee de kleineondernemersregeling (KOR) vereenvoudigen voor bedrijven en de Belastingdienst. De regeling gaat ook gelden voor bijvoorbeeld stichtingen, verenigingen en bv’s.

  1. Dividendbelasting

Het kabinet wil de dividendbelasting vanaf 2020 afschaffen. Dividendbelasting is een belasting die geheven wordt op de winstuitkering van een onderneming aan haar aandeelhouders (dividend). Nederlandse aandeelhouders kunnen deze belasting verrekenen met de inkomsten- of vennootschapsbelasting. Een gedeelte van de aandeelhouders in het buitenland kan dit niet. Zij zullen daarom eerder een voorkeur hebben voor een onderneming in een land zonder dividendbelasting, zoals het Verenigd Koninkrijk. Het kabinet wil voorkomen dat hoofdkantoren Nederland verlaten vanwege de dividendbelasting. Een groot deel van de dividendbelasting wordt opgebracht door aandeelhouders van een beperkt aantal multinationals. Als enkele van deze bedrijven daadwerkelijk Nederland verlaten, zou óók een flink deel van de huidige opbrengst van de dividendbelasting verdwijnen.

  1. Verhoging lage btw-tarief per 1 januari 2019

Het kabinet wil het lage btw-tarief verhogen van 6% naar 9%. Deze verhoging geldt per 1 januari 2019. De verhoging raakt de prijzen van tal van goederen en diensten. Voor goederen gaat het onder meer om etenswaren, niet-alcoholische dranken, geneesmiddelen, boeken en kunstvoorwerpen.
Wat betreft de dienstverlening vallen taxi’s, fiets- en schoenreparaties, kappers, optredens van artiesten, schilders en stukadoors onder het lage btw-tarief.

Voorbereiding voor ondernemers
Het is van belang dat ondernemers zich in 2018 al voorbereiden op de tariefsverhoging. Het nieuwe tarief heeft impact op:
– de administratie;
– de prijzen van goederen en diensten;
– de facturatie en btw-aangifte bij de jaarovergang.
Offertes die in 2018 worden gemaakt voor goederen of diensten die 2019 worden geleverd, moeten uitgaan van een btw-tarief van 9%.

Betalingen in 2018 tegen 6%-tarief
Het kabinet vindt dat ondernemers al genoeg administratieve lasten hebben. Vindt een prestatie in 2019 plaats, maar is de betaling in 2018 voldaan? Dan geldt hiervoor het 6%-tarief. Denk hierbij bijvoorbeeld aan concert- of seizoenkaarten die in 2018 worden betaald, terwijl de evenementen pas in 2019 plaatsvinden. Pas voor betalingen vanaf 1 januari 2019 geldt het 9%-tarief.

Belastingschijven:

Vanaf belastingjaar 2019 zullen er nog maar 2 belastingschijven overblijven:

(bruto) inkomen van niet hoger dan Belastingtarief
€ 68.600 36,93%
€ 68.600 49,5%

Daarnaast zal de algemene heffingskorting worden verhoogd met €44,00.